Een blog over de betekenis van gevoel in stedelijke ontwikkeling, placemaking en placebranding.
Zo heette de theatervoorstelling waar ik een paar weken geleden naartoe ging. Voordat je denkt dat dit een zeer hoogdravende, filosofische theatercolumn gaat worden, relax. Ik wil slechts één uitgangspunt uit het stuk behandelen: niets is waar. Daarvoor neem ik je eerst even mee in onze recente geschiedenis.
In de 20ste eeuw realiseerde de Westerse mens steeds meer dat geloofsovertuigingen niet ‘waar’ zijn. Geloofsovertuigingen konden zelfs leiden tot stigma’s en dogma’s, met ongelijkheid tot gevolg. Agnosten en atheïsten popten als paddenstoelen uit de grond. Maar, niet helemaal… Want met het wegvallen van ‘het geloven’ ontstond een maatschappelijk gevoel van leegte en een nieuwe vraag naar houvast. Die vraag werd beantwoord door de wetenschap. In rap tempo kreeg de wetenschap een steeds belangrijke rol in onze alledaagse samenleving. Zo vormde zij in feite voor velen een nieuwe ‘geloofsovertuiging’.
Binnen mijn vakgebied (citymarketing en placebranding) lopen we regelmatig op tegen de beperkingen van deze geloofsovertuiging – de wetenschap. Want, kortgezegd: als je niet je hotelovernachtingentarget haalt, maar wel de wijkgemeenschap blij maakt met hun nieuwe volkstuin, kom je aan het einde van de streep toch in de min uit. In onze neoliberale geloofsovertuiging drijven we namelijk steeds verder af van gevoel en koersen we richting meetbaarheid en ‘harde cijfers’.
Een voorbeeld: Tijdens onze laatste Dietz Academy ontstond een gesprek over KPI’s (key performance indicators). Vaak zijn deze KPI’s geformuleerd op basis van onderzoek: je meet data (hoe veel hotelovernachtingen heb je bereikt?) of in het meest ‘kwalitatieve’ geval voer je een imago-onderzoek uit (je imago onder Duitse bezoekers is met X procent gestegen). Zelden wordt inzichtelijk gemaakt wat voor gevoelseffect citymarketing- en placebrandingacties oproepen. Mensen die super blij zijn geworden doordat ze samen die inspirerende muurschildering in hun straat hebben gemaakt (denk aan de Boekenkast van Jan is de Man). Of het minimaliseren van parkeerplekken waardoor onze stalen auto-blikken plaatsmaken voor natuur en buurtbewoners tot rust kunnen komen in de drukke stad (denk aan parking day, zie onderaan dit artikel voor meer info).
Zelfs plekken die wij als mens maken worden soms overschaduwd door harde KPI’s. Ook/zelfs als we het hebben over de ontwikkeling en ruimtelijke inrichting van gebieden, steden en regio’s. Gelukkig zijn er een aantal plekken in de wereld die hier anders over denken. Dat kan te maken hebben met een vooruitstrevende burgemeester (zie voorbeeld 1) of juist met een lokale wijkgemeenschap die de boel op stelten zet (zie voorbeeld 2). De gevoelsmatige happines impuls die deze voorbeelden geven en de grote zichtbaarheid die deze voorbeelden hebben gekregen in de media, betekenen soms meer voor het positieve imago van een plek dan de meetbare doelstellingen.
Je snapt mijn punt misschien ondertussen al: niets is waar, dus ook de wetenschap is niet waar. Ook Nietzsche beschuldigt wetenschappers ervan dat ze ons willen wijsmaken dat absolute waarheid bestaat. Fair Point. Afgezien van één, zeer belangrijk, niet te verwaarlozen aspect. Nietzsche was namelijk opperpessimist en soms ook waanzinnig (en dat bedoel ik niet alleen in de positieve zin van het woord). Hij geloofde eigenlijk niet in de goedheid van de mens – volgens hem afkomstig van christendom, wat ‘natuurlijk’ niet waar is omdat het een geloofsovertuiging is. Ik geloof daar wel in. Ik geloof dat we samen, vanuit een sterke, gevoelsmatige, visionaire overtuiging onze stad beter kunnen maken en zo samen gelukkiger kunnen worden. En ik geloof dat we dit kunnen uitstralen door middel van goede placebranding en marketing. Hoe we dat kunnen doen? Hier een aantal voorbeelden ter inspiratie.
Top 3 gevoelsmatige placebranders
-
Happy city – Bogota, Colombia
1997: Enrique Penalosa werd burgemeester van een van de crimineelste steden ter wereld: Bogota. Hij deed dat met de volgende gevleugelde uitspraak: “A city can be friendly to people or it can be friendly to cars, but it can’t be both.” Het bannen van auto’s uit de stad was zijn motto en in de jaren ’90 werd hij dan ook grondlegger van wat nu een wijdverspreider fenomeen is: parking day. Eén dag in het jaar geen auto’s. Want: “We need to walk, just as birds need to fly. We need to be around other people. We need beauty. We need contact with nature.” Penalosa werd verkozen omdat hij een belofte NIET maakte die andere politici wel maakten en vandaag de dag nog steeds maken:
When Penalosa ran for the mayor’s seat back in 1997, he refused to make the promises doled out by so many politicians. He was not going to make everyone richer. Forget the dream of becoming as wealthy as Americans: it would take generations to catch up to the gringos. The dream of riches, Penalosa complained, only served to make Bogotans feel bad.
Opzoomeren – Rotterdam, Nederland
Het begrip opzoomeren is ontstaan in de Opzoomerstraat in Rotterdam. Eind jaren tachtig verloederde de straat en vormden drugspanden een bron van ergernis. De bewoners kozen in plaats van harde acties voor een positieve aanpak en gingen zelf aan de slag. Ze begonnen met het aanvegen van de straat, het aanbrengen van verlichting aan de gevels en het opfleuren van de straat. Dit jaar werd het 25-jarige jubileum van Opzoomeren in het NOS-journaal uitgezonden. Burgemeester Aboutaleb stond met de bezem in de hand klaar om de buurtbewoners te vergezellen in hun opzoomertocht.
Sense of Place – Eindhoven (tijdens Dutch Design Week)
In fysieke grafische vormen en verschillende kleuren verbeeldt afstudeerder Bloeme Groenewold de gevoelens die mensen hebben bij verschillende plekken in hun stad, Eindhoven. Niets gekwantificeerd, geen KPI’s, gewoon informele gesprekken met omwonenden en voorbijgangers. Zij gaven aan waar ze blij, rustig, boos of bang van werden. Al deze input leidde tot een spannend en kleurrijk overzichtslandschap van Eindhoven, waardoor we kunnen zien waar mensen zich wel of niet blij voelen.
Voor meer voorbeelden verwijs ik jullie ook graag door naar de voorgaande blogs van mijn collega’s Celine, Damien en Jet over – natuurinclusief bouwen, natuur als kans en ons verleden in de natuur, en de natuur in onze toekomst.