‘Nederland zit op slot’. Je hoort en leest het de afgelopen weken overal. Er wordt dan gesproken over de recente uitspraak van de Raad van State met betrekking tot het Programma Aanpak Stikstof. Geen vergunningen meer voor activiteiten die leiden tot een stikstofstijging in nabijgelegen Natura 2000 gebieden. Best een big deal in een klein land als Nederland waar overal relatief dichtbij een natuurgebied te vinden is, waarvan ook nog eens in de ruime meerderheid al sprake is van een overbelasting door stikstof. Is er eigenlijk nog wel ruimte over om te ontwikkelen?
Sommigen denken van niet en spreken van een ‘verlammende werking’ van het aanwijzen van beschermde natuurgebieden. Een interessante woordkeuze als je het mij vraagt. Het impliceert een afweging tussen of kunnen bouwen of onze natuur beschermen. In een dynamische en dichtbevolkt land als het onze is het altijd vechten om schaarse ruimte. Natuur wordt hierbij vaak gezien als belemmering, als voorbehoud, als vinkje in een plan. Wat nou als we daar anders naar kijken. Niet omdat het moet van bijvoorbeeld Europa, maar omdat we er zelf de voordelen van inzien… natuur als kans?
Maatschappelijke meerwaarde van natuur
Ja natuur als kans, want natuur is veel meer dan de plek waar dieren leven en recreanten een rondje kunnen lopen. Het levert een essentiële bijdrage aan de kwaliteit van onze leefomgeving. En wel hierom: meer groen zorgt voor minder wateroverlast, meer verkoeling in de zomer en een verbeterde luchtkwaliteit. Smog zoals we jaarlijks op foto’s van Peking zien willen we toch allemaal graag voorkomen. En dat is niet alles, er zijn ook verschillende sociale voordelen van meer groen te benoemen. Zo blijkt uit onderzoek dat groen in de omgeving zorgt voor een vermindering van stress en daarmee de gezondheid en productiviteit van mensen bevordert. Ook verbetert meer groen de veiligheid van buurten. Groen biedt namelijk ruimte voor ontmoeting en meer onderling contact zorgt voor minder overlast en verloedering van de buurt. Tenslotte is overigens die eerder genoemde recreatieve functie ook niet onbelangrijk. Altijd `aan´ staan, vraagt ook om plekken waar je ook even helemaal uit kan staan.
Kortom, een groene leefomgeving doet de kwaliteit ervan stijgen. En dat is goed voor de economische waarde van een gebied, het trekt mensen en bedrijven. Groen is daarmee geen luxe of aankleding, maar een waardevolle investering.
En zo ziet dat eruit
In de steeds meer verstedelijkte Nederlandse samenleving zien we een herwaardering van natuur. In de strijd om schaarse ruimte zit de oplossing niet in of-of, maar en-en. Project- en gebiedsontwikkeling mét meer groen, door natuurinclusief te bouwen.
Neem die leuke nieuwe ‘buzzhokjes’ in Utrecht bijvoorbeeld. Het concept is simpel, het voorheen functionele en saaie dak van het bushokje is vervangen door een groen dak. Niet alleen biedt dit onderdak aan bijen en insecten, het vangt fijnstof op en het houdt regenwater vast. Geen overbodige luxe in de moderne stad. En mooi meegenomen, het ziet er ook nog stukken beter uit.
Dit uitgangspunt wordt doorgetrokken in het ambitieuze project Wonderwoods. Ook in Utrecht, midden in het centrum van de stad, wordt een woontoren met verticaal bos ontwikkeld. De bomen en planten op de toren nemen schadelijke gassen op en geven er zuurstof voor terug. Het groen biedt verkoeling in de zomer en biedt het gebouw bescherming in de winter. Ook dempt het het geluid van de stad om je heen. Wonen ‘in het groen’, met alle voordelen van dien, naast Utrecht Centraal.
In Venlo zijn ze nog een stapje verder gegaan. Het nieuwe stadskantoor biedt volop ruimte aan natuur op, in en rondom het pand. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van natuurlijke bronnen voor verschillende functies in het pand. De groene gevel en muren werken als luchtfilter voor het pand. Regenwater wordt opgevangen en gebruikt voor de besproeiing ervan. Ook licht en warmte van zonnestraling worden zoveel mogelijk direct gebruikt of omgezet in energie. Zo wordt bijvoorbeeld in een kas opgewarmde lucht gebruikt voor de verwarming van het pand. Dit is zo ver doorgevoerd dat het pand niet enkel voorziet in de eigen energiebehoefte, maar het levert zelfs extra energie op!
Als adviseur bij Rijkswaterstaat zie ik ook in het Nederlands waterbeheer hele mooi voorbeelden van natuurinclusieve projecten terug. Rijkswaterstaat werkt in het IJssel- en Markermeer aan de versterking van de Houtribdijk. Zand wordt gebruikt voor het realiseren van natuurlijke oevers aan de dijk. Deze oevers vergroten niet alleen de veiligheid – ze breken de golven die op de dijk afkomen – maar ze bieden een natuurlijke plek waar vissen, insecten en schelpdieren graag leven. Een mooie combinatie van innovatief dijkonderhoud waarin verschillende doelen, veiligheid en natuurontwikkeling, gecombineerd worden.

foto Houtribdijk: https://beeldbank.rws.nl, Rijkwaterstaat / Harry van Reeken
Natuurinclusief bouwen zal het stikstofvraagstuk in Nederland niet direct oplossen. Het is voor mij een aanleiding om ons denken over natuur en ontwikkeling tegen het licht te houden. Kunnen we toe naar een andere houding tegenover de natuur: geen belemmering, maar een belangrijke toevoeging voor de kwaliteit van onze leefomgeving. Niet bouwen of natuur, maar en-en. Natuur als kans!